Erasmus Universiteit

KANSEN DOOR DE CRISIS

Marijke Weustink, directeur Real Estate en Facilities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

01

Marijke Weustink – van Ditzhuyzen

Van de een op de andere dag zag de Erasmus Universiteit Rotterdam zich gedwongen haar deuren te sluiten voor onderwijs en kantoren. Maar ook voor de sportfaciliteiten en horeca. Toch is Marijke Weustink – van Ditzhuyzen, voorzitter van het operationele crisisteam, positief.  “De crisisperiode heeft ook geleerd dat in het gebruik van vastgoed heel veel anders kan en anders moet.”

Marijke Weustink – van Ditzhuyzen

02

Interview

Kansen door de crisis

“We moeten andere keuzes gaan maken”  

In november 2019 begon Marijke Weustink als directeur Real Estate en Facilities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Naast haar aanstelling als directeur vastgoed en facilitair werd zij in februari 2020 tevens voorzitter van het operationele crisisteam. Een team dat in het leven werd geroepen door de opkomst van het coronavirus. Met deze twee functies op zak én de grote gevolgen van het coronavirus, belandde zij al met al in een rollercoaster.

Impact

De impact van corona op de universiteit is groot geweest, vertelt Marijke. “Het heeft impact op alles. Het is niet zo dat omdat de gebouwen dicht zijn, er niets gebeurt. Met elke persconferentie en met elke verandering, werd de campus geraakt. Het gaat niet alleen om onderwijs, maar ook om thuiswerken, sporten, horeca, theater en meer. Daarbij wordt de impact van het moeten omschakelen van fysiek naar online door buitenstaanders vaak onderschat. Het didactische concept van onderwijs geven moet aangepast worden, en dat vraagt veel van de docenten en ook van de techniek. Deze omslag is erg impactvol geweest. Er is veel stress geweest om het onderwijs kwalitatief hoogwaardig te houden en de studenten een goede standaard te bieden.”

 

Maar liefst driekwart van haar tijd besteedde Marijke  de afgelopen 1,5 jaar aan het crisisteam, en voor een kwart aan haar functie als directeur Real Estate en Facilities. Na de zomer van 2020 zou de crisis wel weer kunnen afschalen en zouden de normale bedrijven wel weer open kunnen gaan, was de gedachte. Het liep anders: de crisisorganisatie slokte enorm veel tijd op. Een prima manier om de universiteit snel te leren kennen, ontdekte Marijke als groot bijkomend voordeel. Zij weet nu de mensen te vinden, en de mensen haar. En zo is het glas toch weer half vol.

 

Lessons learned

Veel lessons learned, vertelt Marijke, op meerdere vlakken. Zij noemt het voorbeeld van het herijken van het gebruik van vastgoed. “In de academische wereld is een eigen kamer een groot goed. Een werkplek delen is nog niet gebruikelijk. De bezettingsgraad van kantoren was onder de 40% voor corona, maar zodra er nieuwe collega’s bij kwamen, moet er meer ruimte bij. Nu is iedereen ervan overtuigd dat je kantoorruimte efficiënter kan gebruiken en dat er meer gedeeld kan worden. Dus kan het gesprek over het vastgoedbeleid nu opnieuw worden gevoerd. Corona heeft iedereen doen realiseren dat de eigen persoonlijke kamer niet altijd nodig is. Mensen komen naar de campus voor ontmoetingen, het concentratiewerk kan ook thuis gedaan worden.” Een groot gedeelte van de medewerkers zal meer thuis gaan werken, zo weet Marijke zeker. “Mits er goede faciliteiten komen om te vergaderen.”

“Mensen zijn ook gewoontedieren en vallen terug in bekende patronen”

Gewoontedieren

Mensen zijn gewoontedieren, weet ook Marijke. Dus ja, een terugval ligt op de loer. “Een groot deel van de academische collega’s wil echt de eigen kamer behouden. Maar het kan ook anders. Het interessante is ook dat het huidige college van bestuur kan helpen met het voeren van dit gesprek, want daar zit veel commitment. En wat ook meespeelt, is dat de Erasmus Universiteit altijd een universiteit is geweest die er financieel goed voorstond, dus er hoefden geen keuzes gemaakte te worden. Nu moet er meer op geld gelet worden, ook in Rotterdam, en dat wordt nu versterkt door corona. We moeten andere keuzes gaan maken.”

 

Nu er in de kantoren steeds vaker andere activiteiten plaatsvinden, met meer nadruk op het ontmoeten, heeft dit zichtbaar effect op het beleid van huisvesting. “Door corona zullen kantoren ook anders ingevuld moeten gaan worden. Er zullen meer en kleinere kamers moeten komen voor digitale vergaderingen. En mensen willen nu ook naar campus komen om elkaar te ontmoeten. Social talk, informelere overleggen; dat moet ook gefaciliteerd worden.” Al die behoeftes vereisen een variatie aan verschillende soorten plekken: plekken waar het stil is, plekken waar geluid gemaakt kan worden, formeel, informeel, ruimtes voor groepen, voor individuen, et cetera.

Transformatie

Een ware transformatie. Dat vraagt om een nieuw onderwijsgebouw, en daar wordt op dit moment dan ook aan gewerkt. In het ontwerp is de flexibiliteit aan studieplekken en onderwijsruimtes meegenomen, vertelt Marijke. “Daarnaast worden in bestaande gebouwen pilots gestart waarbij wordt gekeken naar een alternatief voor de inrichting en het gebruik. Zo hopen we de gebouwen efficiënter te kunnen inrichten.” Als voorbeeld noemt zij het Tinbergengebouw.  “Dit was een onderwijsgebouw, maar van de oude werkplekken hebben we daar nu gezellige kamers gemaakt met studieplekken, met een informele inrichting, meer huiskamerachtig. De ene student heeft behoefte aan een high end studieplek in de Universiteitsbibliotheek, de ander zoekt het huislijke op. De vraag is hoe we ook die huislijke plekken vasthouden, aangezien Tinbergen gerenoveerd zal gaan worden.”

 

Door corona moesten ook tentamens op een alternatieve wijze worden afgenomen: met camera’s en thuistentamens. Niet bepaald een ideale vorm, zo bleek. “Die tentamens thuis met camera’s levert te veel stress en discussies op. De meeste faculteiten willen nu juist een grote hal waar de tentamens digitaal kunnen worden afgenomen met een laptop van de universiteit. Maar dan we hebben gezien dat het ook anders kan, met alle nodige discussies daarbij, dus dan kan toch misschien in de toekomst ook? En dan hoeft er geen grotere hal gerealiseerd te worden.” En zo rijst de vraag: wat is de toekomstige manier van tentamens afnemen? Dit biedt wederom kans op een gesprek, volgens Marijke. “Een deel van de mensen denkt bijvoorbeeld dat tentamens in de toekomst online kunnen worden gezet. De student bepaalt dan zelf wanneer hij of zij er klaar voor is.”

 

Een ander aspect van de coronacrisisperiode is de verhouding met de faculteiten. Die is ten goede veranderd, vertelt Marijke. “Het is niet meer zo dat de faculteiten vragen en wij draaien. We doen het nu samen. Dat is een leuke ontwikkeling, al weten we nog niet hoe dit in de toekomst uitpakt. De vraag ligt op tafel: hoe gaan we dat de komende jaren doen?”

 

 

“Als je maatschappelijke impact wil maken moet je met de voeten in de klei staan”

 

Overkoepelende missie

Wat zou zij de komende vijf jaar willen bereiken? Genoeg, zo blijkt als snel. “Als je maatschappelijke impact wil maken, moet je met je voeten in de klei staan.” Ze noemt de verbinding tussen de universiteit en de Rotterdam-Zuid. Met een overkoepelende missie, Creating positive social impact, lijkt de universiteit klaar om hierin stappen te zetten. Kansen genoeg: vanuit, onder andere, de faculteit die zich bezighoudt met sociale wetenschappen wordt contact gezocht met de culturele opleidingen in Rotterdam, en ook wordt er naar een locatie gezocht bij de Maashaven. “Dan kunnen we daadwerkelijk onderwijs aanbieden in de wijk.”

Maar de social impact breidt zich ook uit op andere vakgebieden, vertelt Marijke. “We kijken nu bijvoorbeeld naar hoe we onze dienstverleners, zoals de schoonmaak, kunnen motiveren om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan te trekken. Dat is weer een volledige andere kant van maatschappelijke impact, maar ook dat speelt een rol. We willen stevig inzetten op een breed vlak.”

 

Ook hoopt Marijke stappen te zetten in het masterplan van de universiteit op het gebied van de campus en het vastgoed. De kracht is dat er meer ruimte, lucht, aantrekking en groen komt op de campus. Er wordt ingezet op het implementeren van duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Zij streeft ernaar dit te intensiveren.

 

Corona zal weer voorbijgaan, maar ook dan kan er iets nieuws komen dat van invloed is op de flexibiliteit van gebouwen. Lastig om rekening mee te houden in het ontwerpproces, volgens Marijke. “Bij de nieuwbouw zijn in maart de eerste palen de grond ingegaan. Bij het ontwerpproces was toen nog niet bekend dat corona zou komen. Al blijkt de flexibiliteit in dat gebouw veel meer uitwisselbaar, gaan de scenario’s voor het onderwijs in september ervan uit dat alles weer normaal zal zijn. Die flexibiliteit vraagt veel. Ik vind het dus lastig te zeggen hoe we op toekomstige pandemieën kunnen voorsorteren.”

tekst door Richard van der Keur

Heeft u vragen?

Neem gerust contact met ons op!

Uw vraag is onze passie! Wij denken mee, digitaal of fysiek.

Afspraak maken